2.1.1 Totaalbeeld
De Zomernota geeft een beleidsmatig beeld van de voortgang van de uitvoering van de Begroting 2022. We doen dit op basis van de structuur van de programmabegroting. Daarin zijn in totaal 46 beleidsdoelen en 155 meerjarendoelen opgenomen, verdeeld over 9 programma's en het Overzicht Overhead. Onderstaande tabel geeft een samenvattend beeld van de stand van zaken per programma. In hoofdstuk 3 volgt een nadere toelichting bij de doelen waar er afwijkingen zijn ten opzichte van de begroting.
De beleidsdoelen hebben een tijdshorizon die reikt tussen ongeveer vier en acht jaar. Voor ruim 70% daarvan geldt dat zowel de beoogde activiteiten, de afgesproken planning als het toegekende budget voor het jaar 2022 goed op schema liggen (groen). Voor een kwart geldt dat er bijsturing gewenst is op zowel de planning als de mate waarin de realisatie in lijn zal gaan liggen met het toegekende budget (oranje). Voor slechts een enkele doelstelling geldt dat zowel de beoogde activiteiten, als de planning en de realisatie niet gehaald zullen gaan worden. Dit betreft echter wel een beleidsdoelstelling die gezien alle actuele ontwikkelingen heel relevant is, namelijk dat het natuurnetwerk (NNN) robuust is (ontwikkeld). In programma 2. Landelijk gebied wordt dit nader toegelicht.
We verwachten dat bij 72% van de beleidsdoelen de realisatie in lijn zal liggen met de toegekende budgetten. Voor 28% geldt dat er mogelijk sprake zal zijn van een onder- of overschrijding in de resterende zeven maanden van het jaar 2022. Mede in dat licht worden in deze Zomernota al diverse bijstellingen op de begroting voorgesteld. In het laatste planning- en control product, de Slotwijziging, zullen we een geactualiseerd beeld verstrekken en daar waar nodig opnieuw bijstellingen op de begroting voorstellen.
In onderstaande tabel is vervolgens de stoplichtscore samengevat die op het niveau van meerjarendoelen is toegekend. De tijdshorizon van dergelijke doelen is in het algemeen korter dan vier jaar.
Voor de meerjarendoelen geldt dat ruim driekwart van de voorgenomen doelen van 2022 naar verwachting worden gehaald in lijn met de daarvoor afgesproken planning. Daarbij ligt veel van de voorgenomen realisatie pas in het tweede deel van 2022.
Op basis van de huidige stand van zaken schatten we in dat we bij 86% van de meerjarendoelen de activiteiten uitvoeren zoals we die ons hadden voorgenomen. Bij 15% is (lichte) bijsturing gewenst. Bij 75% van de meerjarendoelen blijven we binnen de voorgenomen planning. Bij 25% van de meerjarendoelen is bijsturing gewenst om de planning te behalen.
2.1.2 Beeld per programma
- Ruimtelijke ontwikkeling
De schaarste aan ruimte maakt dat het Rijk de regie in het ruimtelijke domein wil hernemen. Dit staat in de Kamerbrief over nationale regie in de ruimtelijke ordening van 17 mei 2022. Provincies spelen hierbij een cruciale rol om tot een goede ruimtelijke aanpak te komen. Praktisch betekent dit de komende tijd een intensivering van de samenwerking tussen het Rijk en de decentrale overheden.
Een andere belangrijke ontwikkeling in het ruimtelijke domein is de inwerkingtreding van de Omgevingswet. Dit staat voor nu gepland op 1 januari 2023. Dit zorgt onder andere voor verschuivingen rond de planning van de omgevingsverordening van de provincie Utrecht. De eerste Omgevingsverordening is op 30 maart 2022 vastgesteld door de Staten en treedt tegelijkertijd met de Omgevingswet in werking op 1 januari 2023. De planning van de eerste actualisering van de omgevingsverordening is doorgeschoven naar 2023.
- Landelijk gebied
Naast de hierboven genoemde Kamerbrief over de ruimtelijke ordening zijn er recent nog twee brieven verstuurd naar de Tweede Kamer die van invloed zijn op ons werk en in het bijzonder op de toekomstige ontwikkelingen in het landelijk gebied: de Kamerbrief bij aanbieding van de startnotitie Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) en de Kamerbrief over het perspectief voor agrarische ondernemers.
In deze brieven schetst het Rijk de opgaven voor het landelijk gebied. Naast de stikstofopgave gaat het ook over andere opgaven zoals water, klimaat, bodemdaling, landbouw en natuur. De komende tijd worden deze opgaven verder geconcretiseerd en het instrumentarium wat daar voor nodig is en vormen daarmee het kader voor een provinciaal gebiedsprogramma voor het landelijk gebied dat in juni 2023 gereed moet zijn. Met dit gebiedsprogramma kan de provincie aanspraak maken op Rijksmiddelen voor de transitie van het landelijk gebied.
In de provincie Utrecht is er sprake van een lage grondmobiliteit. Dit betekent dat de verwerving of functieverandering van gronden voor de realisatie van NNN, de Groene contour en de stikstofopgave langzaam gaat. Agrariërs zijn minder genegen om hun grond te verkopen of om deze van functie te veranderen, omdat niet duidelijk is wat de impact is van de plannen van het Rijk op hun bedrijf en hun grond. Ze nemen hierdoor een afwachtende houding aan.
Terreinbeheerders geven aan door capaciteitstekorten minder voortgang met de inrichting van terreinen te kunnen maken. De krapte op de arbeidsmarkt leidt er toe dat steeds moeilijker goed personeel te vinden is.
Daarnaast is de verwachting dat de komende tijd er hogere uitvoeringskosten zullen zijn bij inrichtingsprojecten voor de realisatie van NNN. Dit als gevolg van de prijsstijgingen voor energie en grondstoffen. Op dit moment leiden deze prijsstijgingen nog niet tot aanpassingen in deze zomernota.
- Bodem, water, milieu
Op het gebied van bodem en water spelen diverse ontwikkelingen, die samen leiden tot een integrale en gebiedsgerichte aanpak met onze gebiedspartners. Zo is het Bodem- en Waterprogramma provincie Utrecht 2022-2027 vastgesteld en is gestart met de uitvoering. In het Bodem- en Waterprogramma zijn de (uitvoerings-)ambities voor de komende 6 jaar vastgelegd. Ook wordt er gewerkt aan een monitoringsprogramma. Het Rijk ontwikkelt het programma “Bodem en water sturend”.
In verband met het uitstel van de inwerkingtreding van de Omgevingswet is het programma Bodemsanering met een jaar verlengd. Er wordt met gemeenten en waterschappen gewerkt aan een ‘warme’ overdracht van taken die bij de Omgevingswet naar de gemeenten gaan.
Qua gezonde leefomgeving zitten we in zijn algemeen op schema. Het Omgevingswetprogramma Gezond en Veilig 2022-2025 is vastgesteld door GS. Dit programma beschrijft hoe – via de inrichting van de leefomgeving – de gezondheid en veiligheid worden bevorderd en beschermd, en wat daarvoor nodig is. Ook de herijkte agenda Gezonde Lucht en het uitvoeringsprogramma VTH zijn vastgesteld door GS. Daarmee staan de kaders voor een gezonde leefomgeving. We starten iets later dan gepland met de uitvoering van het beleid.
- Energietransitie
Door de oorlog in Oekraïne en de hoge energieprijzen is het isoleren van woningen en de transitie naar aardgasvrije wijken nog urgenter geworden. Als provincie ondersteunen we bij de ontwikkeling van wijkaanpakken en voeren we een actieve lobby voor passende wet- en regelgeving. Ook helpen we gemeenten bij het opzetten van een regionale projectleiderspool en hebben we een aanpak ontwikkeld voor het versneld isoleren van woningen van eigenaren met een smalle beurs.
De uitwerking van zoekgebieden in de Regionale Energie Strategieën (RES) en verloopt te traag. Planologische procedures bij gemeenten starten te laat, waardoor de afspraken uit het Klimaatakkoord (uiterlijk 1 januari 2025 vergunningen verleend) niet gehaald worden. Ook raakt de verhouding zon/wind verder uit balans en zijn er onvoldoende reservelocaties in beeld. Dit vraagt het komend half jaar extra inzet van gemeenten en provincie. Om oplossingen te bieden voor problemen rondom acute netcongestie zijn diverse acties in gang gezet. Een plan van aanpak voor de langere termijn volgt in het najaar.
- Bereikbaarheid - Algemeen
Er is al geruime tijd te weinig capaciteit beschikbaar binnen de provincie om alle infraprojecten goed en tijdig te realiseren. Dit uit zich in zowel onderzoekstudies naar wegen, realisatie, beheer en onderhoud. Door krapte op de arbeidsmarkt verloopt de werving moeizaam en ook tijdelijk inhuren is steeds minder succesvol. Dit leidt ertoe dat we een fors aantal geplande werkzaamheden door moeten schuiven naar een later moment.
Dit is bijvoorbeeld praktisch merkbaar bij het beleidsdoel 5.1. ‘Het provinciale netwerk is sterk’. Er wordt de komende jaren kritisch gekeken naar de werkvoorraad en geprioriteerd. Waarbij beheer en onderhoud de hoogste prioriteit heeft. Omdat deze activiteiten de veiligheid van ons wegennet garanderen.
- Bereikbaarheid – Openbaar Vervoer
De provincie Utrecht werkt aan een goede duurzame bereikbaarheid per openbaar vervoer. De uitvoering van het meerjarendoel ‘Er zijn minder knelpunten in de doorstroming van het OV’ loopt volgens planning. Er is voor 2022 € 9,3 miljoen beschikbaar in de begroting. De verwachting is dat er vanuit de gemeenten in totaal maximaal € 6,3 miljoen aan aanvragen wordt ontvangen. Hierdoor kan er aan het eind van het jaar een bedrag van € 3 miljoen vrijvallen.
- Cultuur en erfgoed
De uitvoering van de plannen uit het Cultuur- en Erfgoed Programma ligt op schema. In de Statenvergadering van maart is besloten om het steunpakket Cultuur & Erfgoed Covid-19 eenmalig uit te breiden voor de periode 2022-2023. Met dit steunpakket werken we verder aan het herstel van de sector. Cultuur- en erfgoedinstellingen die door de gevolgen van de coronacrisis zwaar zijn getroffen, kunnen via regelingen uit het herstelpakket in aanmerking komen voor steun van de provincie.
- Economie
De activiteiten van economie liggen in het algemeen op schema. Wel zijn er toenemende zorgen over de economische ontwikkeling in het algemeen. Het bedrijfsleven krijgt naar verwachting in de loop van 2022 te maken met een stapeling van negatieve effecten. Dit zijn uitgestelde effecten door de doorwerking van coronalockdowns (wegvallen steunmaatregelen, start betaling uitgestelde belastingen); toenemende personeelstekorten die effect hebben op het verdienvermogen (doordat bedrijven niet op maximale sterkte kunnen draaien); directe effecten van de Oekraïnecrisis (prijsstijgingen voor energie, voedsel, huisvesting, grondstoffen); lockdowns in China die nog steeds verstoringen in de wereldhandel veroorzaken; knelpunten in import en export en hoge transportkosten. Daarnaast zullen rentestijgingen leiden tot stijging van de financieringslasten en onzekerheid voor zowel bedrijven als consumenten (hypotheken). We zien op dit moment dat het aantal ondernemers dat uit zichzelf stopt, stijgt. Hoe de economie, ondernemerschap en werkgelegenheid zich daadwerkelijk ontwikkelt zullen we goed blijven monitoren.
Het jaar 2022 is het eerste uitvoeringsjaar van het nieuwe Programma Recreatie en Toerisme. Het opstarten van enkele activiteiten kost tijd, waardoor beperkt middelen worden doorgeschoven. Het nog steeds intensieve traject in de transitie van RMN en recreatieschappen speelt daarbij een rol. De planning daarvan ligt nog op schema.
- Bestuur
We hebben een steeds betere verbinding met partners en de regionale slagkracht verbeterd. Dit blijkt onder andere uit de uitvoering van de programma’s Sterk Utrechts Bestuur en Participatie. Ook is de Public Affairs-strategie en de Nota Samenwerkende partijen vastgesteld.
De slagkracht en verbinding vragen ook aandacht bij de grote opgave van de opvang van vluchtelingen uit de Oekraïne, de opvang van asielzoekers en de huisvesting van statushouders. Deze opgaven vragen om extra inzet, ook vanuit de provincie.
Bij financieel toezicht is nog onduidelijkheid over de uitkomst van de gesprekken tussen Rijk en VNG over het accres in het gemeentefonds, de opschalingskorting en tegemoetkoming in de kosten voor de Jeugdzorg vanaf 2026. De onduidelijkheid over deze laatste jaarschijf in het meerjarenbeeld bij de begroting 2023 zet gemeenten en daarmee ook de toezichthouder voor lastige afwegingen die in de tweede helft van 2022 moeten worden gemaakt.
De verschillende concern brede programma’s lopen op schema; de sociale agenda is vastgesteld en er wordt gewerkt aan de klimaatmonitor. Bij de transitie naar een circulaire samenleving wordt de focus gelegd op kennisontwikkeling en bewustwording in de eigen organisatie, circulair aanbesteden en inkopen en het ondersteunen van de bouwketen bij de transitie naar circulaire bouw.
- Bedrijfsvoering
In 2022 werken we, vanuit het programma BV Beter, verder aan heldere taakbeschrijvingen, het digitaliseren van processen en het verbeteren van de samenwerking tussen verschillende teams, om zo voor alle bedrijfsvoering onderdelen de basis op orde te krijgen. Daarnaast is er aandacht voor de invoering van de Wet open overheid (Woo) en de implementatie van een nieuw subsidiesysteem.
De huidige ontwikkelingen in de maatschappij hebben ook consequenties voor onze bedrijfsvoering. Er wordt daarom een impactanalyse opgesteld die inzicht geeft in de financiële en maatschappelijke risico’s die direct of indirect het gevolg zijn van de oorlog in Oekraïne. Zoals prijsontwikkelingen en de opvang van vluchtelingen in het provinciehuis.