7. Cultuur en erfgoed

7.1 culturele infrastructuur is sterk

Financiële stand van zaken

In deze paragraaf presenteren wij het overzicht van baten en lasten voor dit beleidsdoel en lichten wij de wijzigingen van de begroting toe.

Overzicht van baten en lasten

Toelichting bijstellingen (saldo)

In het najaar van 2021 is, met terugwerkende kracht, een cao afgesloten met een looptijd tot 1 januari 2022. De structurele effecten vanuit die cao worden via deze begrotingswijziging meerjarig in de begroting verwerkt. Dit resulteert in een verhoging van de toegerekende urenlasten in de beleidsprogramma’s en het overzicht overhead, en een verlaging van de stelpost loon/prijscompensatie.

In de Zomernota van 2021 zijn een beperkt aantal subsidiebudgetten geindexeerd en ook gecorrigeerd. Die worden middels deze begrotingswijziging meerjarig verwerkt en verrekend met de stelpost loon/prijscompensatie.

Bij vaststelling van de jaarstukken 2021 door Provinciale Staten is ook ingestemd met de overheveling van budget uit 2021 naar toekomstige jaren (bestemmingsvoorstellen). Daarbij is ook ingestemd met de gedeeltelijke vrijval vanuit reserves (vrijval reserves).

In maart 2022 hebben PS het besluit genomen extra middelen beschikbaar te stellen voor de derde tranche van het Steunpakket Cultuur & Erfgoed: voor 2022 € 1,2 miljoen en 2023 € 0,8 miljoen.
Vooralsnog zijn er geen redenen om in de zomernota een andere verdeling voor te stellen van de beschikbaar gestelde middelen.

Wel is er sprake van een aantal onzekerheden in de besteding van de middelen in 2022, waardoor het gewenst is een deel van de middelen van 2022 te kunnen reserveren voor 2023 door gebruik te maken van een projectreserve (met een maximaal bedrag à € 0,8 miljoen).
De belangrijkste twee redenen zijn:
Op dit moment weten we niet hoe Corona zich ontwikkelt. Mogelijk worden we in het najaar geconfronteerd met een nieuwe besmettingsgolf en daaraan gekoppeld een nieuwe (gedeeltelijke) lockdown. Dit zal dan een negatief effect hebben op de activiteiten die door de sector worden uitgevoerd en met middelen van het steunpakket worden ondersteund.
Daarnaast zal een groot deel van de middelen via subsidies worden weggezet. De aanvragen mogen ook betrekking hebben op activiteiten voor 2023. Als de startdatum van de aangevraagde subsidies pas in 2023 ligt, moeten we de lastenneming in 2023 laten plaatsvinden.
Pas in het najaar zullen we meer duidelijkheid hebben over de daadwerkelijk in 2022 in te zetten middelen.

Door een deel van middelen van 2022 via een projectreserve (met een maximaal bedrag à € 0,8 miljoen) te kunnen reserveren voor 2023, wordt maximale flexibiliteit gecreëerd om de middelen in te zetten op het moment dat deze het meeste nodig zijn.

Financieel meerjarenoverzicht