4.2 Duurzame energie in provincie Utrecht

4.2 Duurzame energie in provincie Utrecht

Beleidsdoel	4.2	De opwekking en beschikbaarheid van duurzame energie in de provincie Utrecht is sterk toegenomen
Meerjarendoel			4.2.2	De groei van duurzame energie wordt ruimtelijk beter mogelijk gemaakt
					Activiteit	Planning
Stand van zaken

Toelichting

Wat verandert er aan het doel en/of de effecten?
In de Omgevingsvisie is vastgelegd dat in 2030 minimaal 55% van het elektriciteitsgebruik hernieuwbaar wordt opgewekt binnen de provincie Utrecht. Realisatie van de ambities in de Regionale Energiestrategieën (RES) van de regio’s U16, Amersfoort en Foodvalley is nodig om dit doel te bereiken. In afstemming met de regio’s hebben we een tussenbalans opgesteld waaruit blijkt dat realisatie van de RES-ambities en de provinciale doelstelling uit zicht raken. De uitwerking van zoekgebieden in de RES’en verloopt te traag waardoor planologische procedures te laat starten gelet op de tijdslijnen van het Klimaatakkoord (uiterlijk 1 januari 2025 vergunningen verleend). Ook raakt de verhouding zon/wind verder uit balan en zijn er onvoldoende reservelocaties in beeld.

De ontwikkeling van een programmatische aanpak voor de regionale energie-infrastructuur (voorheen REIS nu P-MIEK) is later gestart dan gepland omdat de benodigde expertise vanwege krapte op de arbeidsmarkt niet tijdig geworven kon worden.

Wat verandert er aan de uitvoering (hoe sturen we bij: wat gaan we dit jaar meer, minder of anders doen)?
In het statenvoorstel bij de tussenbalans wordt een voorstel gedaan voor bijsturing van de realisatie van de RES-ambities.

Eind april is er een kwartiermaker energie-infrastructuur gestart en in september zal er een plan van aanpak gereed zijn. Conform afspraken tussen IPO en Rijk dienen provincies in het voorjaar van 2023 een eerste P-MIEK gereed te hebben. Om oplossingen te bieden voor problemen rondom acute netcongestie zijn al diverse acties in gang gezet. Hierover zijn provinciale staten eerder dit jaar via statenbrieven en een memo geïnformeerd.

Welke financiële gevolgen heeft de verandering?
De vertraging in de uitwerking van de RES-zoekgebieden is één van de oorzaken voor het achterblijven van de ontwikkeling van grootschalige projecten voor opwek van duurzame energie. Zie toelichting bijstelling voor beleidsdoel 4.2.

Financiële stand van zaken

In deze paragraaf presenteren wij het overzicht van baten en lasten voor dit beleidsdoel en lichten wij de wijzigingen van de begroting toe.

Overzicht van baten en lasten

Toelichting bijstellingen (saldo)

Soort bijstelling	Tot Zomernota	Zomernota	Tot en met Zomernota
Autonome ontwikkelingen
Looncompensatie cao 2021		-20	-20

In het najaar van 2021 is, met terugwerkende kracht, een cao afgesloten met een looptijd tot 1 januari 2022. De structurele effecten vanuit die cao worden via deze begrotingswijziging meerjarig in de begroting verwerkt. Dit resulteert in een verhoging van de toegerekende urenlasten in de beleidsprogramma’s en het overzicht overhead, en een verlaging van de stelpost loon/prijscompensatie.

Totaal	Autonome ontwikkelingen	-20	-20
Beleidsmatige wijzigingen
Grootschalige opwekking (Lasten - € 300.000; Reserve + € 300.000)		300	300

Om de energietransitie te versnellen ondersteunen we de ontwikkeling van projecten voor grootschalige opwekking van duurzame elektriciteit (zon en wind) en van warmte uit hernieuwbare bronnen zoals aquathermie, geothermie en groen gas. We doen dit onder andere door het beschikbaar stellen van subsidies voor project- en procesbegeleiding en haalbaarheidsonderzoeken. Net als bij de wijkaanpakken zien we dat de ontwikkeling van projecten minder snel gaat dan verwacht. Naast subsidie voor proceskosten is er extra subsidie nodig (in aanvulling op subsidies vanuit het Rijk) om de onrendabele top te financieren, bijvoorbeeld bij de ontwikkeling van solar carports en voor dakversterking bij zon op bedrijfs- en agrarische daken. Hiervoor is echter een aanpassing van de subsidieverordening (USET) waardoor subsidieaanvragen pas vanaf het najaar ingediend kunnen worden. Daarom wordt voorgesteld om € 300.000 te storten in de bestemmingsreserve.

Totaal	Beleidsmatige wijzigingen		300	300

Totaal	4. Energietransitie		280	280

Financieel meerjarenoverzicht